Zondagochtend vroeg. De lange zwoele zaterdagavond zorgde er voor dat vrijwel iedereen nog op één oor ligt met hun levers doordrenkt van Corona’s, Desperados en Chardonnay. Er heerst serene rust zo vroeg in de ochtend. Dan wordt de stilte bruusk onderbroken. Een diep donkere brul schreeuwt door de bossen. Het wordt steeds luider en heftiger. Tussendoor klinkt het gepiep wat duidt op rubber dat alles behalve een rustige zondagochtend heeft. Met donder en geweld – en uitbrekende kont – accelereert de GT uit een scherpe bocht. De lompe neus wordt gelift en met enorme geronk uit de V8 wordt het witte gevaarte richting horizon getrapt.
Ik bedwing de Mustang GT met de befaamde American Muscles – de 5.0 V8 met maar liefst 434pk. Extra dimensie – en geloof me, het is echt véél leuker – in de palm van rechterhand ligt de pookknop van de handbak. In twee, de toeren klimmen gewillig, door naar drie, het beest accelereert als een bezetene. En dat geluid: rust bij gas los en diep, rauw en hard bij vloering van het rechterpedaal. En dan zie ik de tekst – GROUNDSPEED – staan op de schaal van de snelheidsmeter. Mooi detail – rechtstreeks uit de luchtvaart. Dit is inderdaad ‘laag’ vliegen. De beleving is keer op keer kippenvel opwekkend. Beginner? Geen probleem. De Mustang is all safe, zelfs bij flink boenderen. Ben je écht overtuigd van jezelf dan wip je twee van de schakelaars onder in de middenconsole. De eerst voor de stuureigenschappen. Die gaat in Sport. Zwaar en direct. De tweede schakelaar gaat naar Track Mode – een racehelm licht op in het display tussen de teller. Vergevingsgezindheid is over. No room for mistakes, want bescherming is weg. De kont breekt listig eenvoudig uit en je moet van goeden huize komen dit te herstellen. Realiseer je dat de GT in 4,8s naar 100km/h accelereert en de topsnelheid ligt op 265km/h. Serious business dus en wat is dit monster gaaf.