Het is nog voor zevenen op deze vrijdagochtend. De kinderen zijn alweer druk bezig op hun verkeersmat. De autootjes botsen wild op elkaar en af en toe zijn ze verwikkeld in heuse ‘ref battles’ tussen hun sportwagentjes. De hoogtoerige motorgeluiden – geproduceerd door de jonge stembanden – klinken luid vanuit de speelkamer. Terwijl ik een espresso voor mezelf bereid krijg ik een déjà vu. Op hun leeftijd deed ik exact zoiets. De Ferrari en Lamborghini schaalmodelletjes vlogen door de kamer en ik maakte er dezelfde wilde geluiden bij.
Inmiddels ben ik ouder, maar nog steeds een kind en ik besluit de Range Rover sleutel te wisselen voor die van de Aston Martin Vantage. Ik heb nog ruim de tijd voor de eerste afspraak; een relaxte start van de vrijdag. Terwijl ik de garage betreed springt de verlichting aan en ik zie haar staan. De Aston Martin Vantage – één van de mooiste sportwagens ooit gebouwd. De gedrongen, maar krachtige lijnen, de brede oplopende heupen en het imponerende brede front. Staand naast de Vantage komt het dak amper boven mijn heupen.
Middels de zo specifieke deurgreep open ik het portier. Hij opent schuin naar boven. Als een volleerd acrobaat schuif ik m’n derriere over de brede dorpel en laat me diep in de sportzetel glijden. Het speciale gevoel dat je hebt achter het stuurwiel van een Aston Martin blijft. Je waant je onaantastbaar. Je rijdt iets exclusiefs. Middels de startknop midden op het dashboard ontwaak je de V8 krachtbron. De koude start is kippenvel opwekkend en met name in de beperkte ruimte met gladde muren van de garage. De startmotor geeft een paar slagen en de V8 slaat welwillend aan. De ‘koude’ slagen klinken het lekkerst. Iets verhoogd toerental. Niet oorverdovend hard, maar sophisticated en Brits beschaafd.
Het karakter van de Vantage is – laten we het noemen; breed. Rustig cruise ik mijn woonplaats uit. De motor draait rustig zijn toeren en de Sportshift schakelt comfortabel door de verzetten. Wanneer ik de oprit van de snelweg bereik denk ik terug aan de kinderen. Ik activeer de Sport knop en neem de flippers achter het stuurwiel ter hand en maan de automaat in Manueel. Het licht springt op groen en ik accelereer vlot de oprit op. De achterzijde breekt iets uit maar dit vang je eenvoudig op. Vanuit de tweede versnelling gaat het volgas de snelweg op. De V8 buldert naar hartenlust – zo wil hem gewoon horen – en vlak voordat de toeren in de begrenzer vliegen schakel ik op. Met een bruuske klap door naar drie. De acceleratie is imponerend. Hard rechtuit rijden is één ding, maar de Vantage is het best op een bochtige traject. Laat dat maar over aan de ingenieurs van Aston Martin. De Vantage stuurt messcherp met een kart-achtig karakter. De bochtsnelheden kunnen heel hoog liggen wanneer je durft. En juist dit is zo gaaf aan de Aston Martin. Uitermate geschikt voor een rustige zondagsrit, maar hij is altijd in voor een portje boenderen – desnoods op een circuit.